Naar de zoo


Ik hoef niet naar de Antwerpse Zoo, Planckendael, De Beekse Bergen of GaiaZoo. Nee, ik heb zelf een zoo in mijn tuin. Het zijn natuurlijk geen giraffen en olifanten die ik herberg, maar met een beetje fantasie is er veel te zien en te ontdekken in mijn persoonlijke dierentuin. Grote en kleine dieren, stekelige en minder prikkerige exemplaren, natte en droge versies.

Om te beginnen is er de afdeling nachtdieren.

Buiten ons Madame Lily lopen er heel wat katten in onze tuin. Overdag niet te bespeuren, maar van zodra de zon haar hoofd laat hangen, worden ze actief. Een grote rosse kater waarmee ze neus aan neus staat, en ook tal van andere poezen die ze liever ziet gaan als ziet komen. Ja, ons Madame is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken en verdedigt haven en goed tegen mogelijke indringers. Ik zag onlangs een reportage over katten op tv en daar werden het seriemoordenaars genoemd. Ik zou zover niet gaan, maar ze is inderdaad een zeer actieve jager en zoals ik al eerder vermeldde heeft ze al menige muis, mus, duif en rat een kopje kleiner gemaakt.

Van het volgende nachtdier blijft ons Madame af, daar gaat ze hoogstens eens aan ruiken en dan draait ze zich ongeïnteresseerd om.

Een egel, een moddervet geval dat zich tegoed doet aan de vele slakken die onze tuin rijk is. Naaktslakken, gewone huisjesslakken, keuze te over op zijn menu. En ik ben blij met deze stekelige gast, want zo blijven mijn planten en bloemen beschermd tegen de vraatzuchtige neigingen van deze slijmerige spoorridders.

En sinds kort is er nog een tweede prikkertje, een kleintje dit keer, dat bij de buren zijn adres heeft. Ik zag de twee egels kennismaken. Er was alleen maar warme herkenning en verdraagzaamheid. Zo zie ik het graag. En er zijn slakken genoeg, dus geen gedoe met in de wachtrij staan.

Als het gaat over nachtdieren, mogen daar zeker onze vleermuizen niet ontbreken. Een stuk of 5 zie ik er, kleine en tamelijk grote. Nee, geen vleerhonden, maar toch wel forse, uit de kluiten gewassen vleertjes. Prachtige dieren, die de muggen, die met het warme weer uit het niets verschijnen, uit de lucht komen plukken. Ook hier ben ik ze dankbaar voor, want muggenbeten, dat jeukt verschrikkelijk, dus hoe minder muggen in mijn tuin, hoe beter ik het vind.

Buiten de nachtdieren beschikken we ook over een groot, open vogelverblijf.

Eksters, kauwen, bosduiven, tortels, mussen in alle formaten, mezen, merels, zwaluwen, een koppel Vlaamse Gaaien en occasioneel een specht. Ook meeuwen, eenden, reigers en kraanvogels vliegen soms over. En ‘s avonds hoor ik ook de uil en een koekoek.

Een bonte verzameling gevleugelde vrienden, die ik verwen met allerlei lekkers. Broodkorstjes, oude walnoten, zonnebloempitten en vetbollen die ze maar wat graag achterover slaan. En waar ze ruzie over maken, want in de wachtrij staan, daar hebben ze geen kaas van gegeten. In onze zoo staat er ook een oude kersenboom. Wachten tot de vruchten rijp en plukbaar zijn vinden ze maar niks. Nee, soms worden ze al groen in het vizier genomen en ligt heel het gras bezaaid met kersen, die mijns inziens nog niet te eten zijn. De duiven zijn de grootste vernielers, hun bek is te klein voor een hele kers, dus pikken ze erin en daar gaat er weer één, de grond op. Gelukkig eten de kauwen en merels alles op wat er op de aarde ligt. Ja, onze zoo moet ook een beetje proper zijn, dus opgeruimd staat netjes.

In onze tuin staan er ook 2 walnotenbomen. En laat dat nu het favoriete voedsel zijn van de eekhoorns. Die pluimstaarten komen wel pas in het herfstseizoen piepen, maar dan zijn ze ook een attractie om naar te kijken. Vliegensvlug racen ze rond de stam om de beste noot te bemachtigen. En als ze met 2 zijn, is het een nog mooier schouwspel. Overal in onze dierentuin komen notenbomen uit, want buiten de noten eten is er ook niks leuker dan een noot verstoppen om de winter door te komen. En als de noot te goed verstopt is, ja, dan ontspruit er in de lente een piepklein boompje.

We hebben ook nog een categorie waterdieren in hun habitat de vijver. Bij het zuiver maken van de vijver had ik plots een zwarte salamander in mijn handen. Ik kan je niet vertellen wie er het hardst schrok. Met een elegante sprong floepte hij zo terug de vijver in. Ik content met zo een leuke bewoner. En onlangs deed er ook een grote gifgroene kikker zijn intrede in het vijvertje. Hij zit dikwijls goed verborgen onder de grote overhangende steen, want ons Madame ziet alles en lust nog meer, dus code rood als ze in de buurt is.

In datzelfde vijvertje krioelt het van de kleine beestjes. Watertorren, de larven van de libelle, de poelslakjes, waterspinnetjes, schaatsenrijders, het is een komen en gaan en een feest om naar te kijken. Ik zit dikwijls te genieten van het kleine grut en word dan helemaal zen. Geen betere mindfulness-oefening als kijken naar de schaatsenrijders op onze vijver.

En dan is er nog de insectenafdeling. Grote en minder grote, met een steekwapen in aanslag of zonder, in colonne of solitair, kruipers en vliegers, er is keuze te over in het insectenparadijs.

Mieren in groten getale, spinnen idem dito, kevers, lieveheersbeestjes, bladluizen en rode mijten. Ook slakken, rupsen, vlinders, libellen, vliegen, muggen, bijen, wespen, en soms een hoornaar.

Voor de solitaire bijtjes hebben we speciale kastjes hangen waar ze in het koude seizoen kunnen overwinteren. En waar ze hun stuifmeel kunnen opslaan dat ze, ijverig als ze zijn, verzamelen in de zomermaanden.

Heel wat te zien dus, in onze zoo aan huis. ALS heeft ervoor gezorgd dat ik al deze dieren met een nog intensere blik bekijk. Daar had ik in mijn leven zonder ALS geen tijd voor. Dat is ook iets wat ik van ons Madame Lily heb geleerd. Goed observeren en intens leven, in het moment. Zij met de bedoeling om haar prooi te klissen, ik met de intentie om ten volle te genieten van al dat moois.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Mijn tijdloos verhaal

Afscheid

Voor mijn maatje